Overzicht
Zweeds naar Engels:   Meer gegevens...
  1. tag:
  2. Wiktionary:


Zweeds

Uitgebreide vertaling voor tag (Zweeds) in het Engels

tag:

tag zelfstandig naamwoord

  1. tag (stund)
    the while
    • while [the ~] zelfstandig naamwoord
  2. tag (drag; ryckning)
    the pull
    • pull [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor tag:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
pull drag; ryckning; tag drag; hämta; puff; ryck
while stund; tag medan; under tid
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
pull använda pull-teknik; bogsera; dra med sig; draga; hala; masturbera; rycka; slänga; släpa
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
pull korrekturavdrag; roddtur
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
while medan; medans; samtidigt; under tiden; under tiden som

Synoniemen voor "tag":


Wiktionary: tag

tag
noun
  1. rowing: movement of an oar or paddle through water
  2. particular style of swimming
  3. uncertain duration of time, a period of time
verb
  1. to grab with the hands
  2. to get into one's possession

Cross Translation:
FromToVia
tag tag Tag — ein Anhänger, Zettel, Anhängsel; (umgangssprachlich) gebraucht für sichtbare Zeichen zur Datenstrukturierung und/oder Textstrukturierung

Verwante vertalingen van tag