Overzicht


Zweeds

Uitgebreide vertaling voor trasa (Zweeds) in het Engels

trasa:

trasa [-en] zelfstandig naamwoord

  1. trasa (duk)
    the cloth
    • cloth [the ~] zelfstandig naamwoord
  2. trasa (duk; putstrasa)
    the piece of cloth; the tail-end; the polishing-cloth; the remains; the cloth; the cleaning-rag

Vertaal Matrix voor trasa:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
cleaning-rag duk; putstrasa; trasa putsduk; putstrasa
cloth duk; putstrasa; trasa bordsduk; disktrasa; dragtyg; duk; gardintyg; grovt linne; hemtextil; kanvas; klädsel; lakan; linne; lärft; matta; möbelstoppning; möbeltyg; präster; prästerskap; putsduk; putstrasa; smärting; stoppade möbler; stoppning; störe mjuk matta; textilie; textilmaterial; tyg; ulltyg
piece of cloth duk; putstrasa; trasa duk; putstrasa
polishing-cloth duk; putstrasa; trasa putsduk; putstrasa
remains duk; putstrasa; trasa kvarstoder; lämningar; rest; rester; ruiner; återstod; återstoder; överbliven mat
tail-end duk; putstrasa; trasa
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
cloth skynke
piece of cloth tygbit; tyglapp; tygstycke
remains efterlämning
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
cloth gjord av tyg; gjort av tyg; linne

Computer vertaling door derden:

Verwante vertalingen van trasa