Overzicht
Zweeds naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. norsk:
  2. Wiktionary:


Zweeds

Uitgebreide vertaling voor norsk (Zweeds) in het Spaans

norsk:

norsk bijvoeglijk naamwoord

  1. norsk (norskt)
    noruego

Vertaal Matrix voor norsk:

BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
noruego norsk; norskt

Synoniemen voor "norsk":


Wiktionary: norsk


Cross Translation:
FromToVia
norsk noruega; noruego Norwegian — native of Norway
norsk noruega; noruego Norwegian — of or pertaining to Norway
norsk noruega; noruego Norwegian — of or pertaining to Norwegians
norsk noruego; noruega Norwegian — of or pertaining to the Norwegian language
norsk noruega; noruego Noors — betreffende Noorwegen en/of het Noors
norsk noruego norwegisch — zum Volk der Norweger gehörig
norsk noruego norwegischnicht steigerbar: zur Sprache Norwegisch gehörig
norsk noruego norwegisch — zu Norwegen gehörig
norsk noruego norvégien — Relatif à la Norvège, à ses habitants et à leur culture.