Home ->Woordenboeken ->Zweeds/Frans ->Vertaal enfald

Vertaal enfald van Zweeds naar Frans

Overzicht

Zweeds naar Frans: Meer gegevens...

enfald:
- insipidité; bêtise; nullité; stupidité; simplicité; ignorance; innocence; candeur; niaiserie; naïveté; ingénuité; fait d'être bonasse

Zweeds

Uitgebreide vertaling voor enfald (Zweeds) in het Frans

enfald:

enfald [-en] zelfstandig naamwoord

enfald (dumhet)
l'insipidité; la bêtise; la nullité; la stupidité
- insipidité [le ~] zelfstandig naamwoord
- bêtise [la ~] zelfstandig naamwoord
- nullité [la ~] zelfstandig naamwoord
- stupidité [la ~] zelfstandig naamwoord
enfald (dumhet; naivitet)
la simplicité; l'ignorance; l'innocence; la candeur; la niaiserie; la naïveté; l'ingénuité; le fait d'être bonasse
- simplicité [la ~] zelfstandig naamwoord
- ignorance [la ~] zelfstandig naamwoord
- innocence [la ~] zelfstandig naamwoord
- candeur [la ~] zelfstandig naamwoord
- niaiserie [la ~] zelfstandig naamwoord
- naïveté [la ~] zelfstandig naamwoord
- ingénuité [la ~] zelfstandig naamwoord
- fait d'être bonasse [le ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor enfald:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
bêtise	dumhet; enfald	dumhet; dumt skämt; dåraktighet; dårskap; galenskap; idioti; kaprioler; nöje; oförenbarhet; omotsvarighet; orimlighet; skoj
candeur	dumhet; enfald; naivitet	naivitet; oskyldighet
fait d'être bonasse	dumhet; enfald; naivitet
ignorance	dumhet; enfald; naivitet	inte kapabel; obekantskap; okunnig; ovetenhet; ovetskap
ingénuité	dumhet; enfald; naivitet	naivitet; oskyldighet
innocence	dumhet; enfald; naivitet	naivitet; oskyldighet
insipidité	dumhet; enfald	duvenhet; faddhet; inget roligt skämt; saltlöshet
naïveté	dumhet; enfald; naivitet	godtrogenhet; lättrogenhet; naivitet; oskyldighet
niaiserie	dumhet; enfald; naivitet	bortschabblande; enfaldighet; fåraktighet; förfuskande; inget roligt skämt; tillrörande
nullité	dumhet; enfald	dumt skämt; knäppskalle; obetydlig; ogiltighet
simplicité	dumhet; enfald; naivitet	anspråkslöshet; bekvämlighet; blygsamhet; enkelhet; frugalitet; naivitet; naturlighet; oskyldighet; otvungenhet
stupidité	dumhet; enfald	barnslighet; dåraktighet; dårskap; galenskap; idioti; nöje; rappakalja; skoj

Synoniemen voor "enfald":

dumhet