Overzicht
Zweeds naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. berg:
  2. Wiktionary:
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. berg:
  2. bergen:
  3. Wiktionary:


Zweeds

Uitgebreide vertaling voor berg (Zweeds) in het Nederlands

berg:

berg

  1. berg
    de berg
    • berg [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor berg:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
berg berg en stor del; massa; massor; mycket; mängd; röra

Wiktionary: berg


Cross Translation:
FromToVia
berg berg mountain — large mass of earth and rock
berg berg mountain — large amount
berg steen; rots rock — natural mineral aggregate
berg berg Bergnatürliche Erhebung auf der Landoberfläche der Erde und anderer Himmelskörper und des Meeresbodens
berg steen Fels — eine zusammenhängende Masse festen Gesteins
berg berg; gebergte montagne — géographie|nocat=1 relief topographique présentant des versants prononcés (par opposition à « haut plateau » situé en altitude mais ne présentant pas le caractère montagneux).

Verwante vertalingen van berg



Nederlands

Uitgebreide vertaling voor berg (Nederlands) in het Zweeds

berg:

berg [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de berg (grote hoeveelheid; massa; overvloed; hoop)
    massor; mycket; en stor del
  2. de berg (opeenhoping; bende; hoop)
    röra
    • röra [-en] zelfstandig naamwoord
  3. de berg (kluit; hoop)
    mängd; massa
    • mängd [-en] zelfstandig naamwoord
    • massa [-en] zelfstandig naamwoord
  4. de berg

Vertaal Matrix voor berg:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
en stor del berg; grote hoeveelheid; hoop; massa; overvloed
massa berg; hoop; kluit bende; drom; hoop; horde; kudde; massa; menigte; schaar; schare; troep
massor berg; grote hoeveelheid; hoop; massa; overvloed menigten; menigtes; zwermen
mycket berg; grote hoeveelheid; hoop; massa; overvloed boel; heleboel; hoop
mängd berg; hoop; kluit aantal; aggregatie; collectie; hoeveelheid; kwantiteit; partij
röra bende; berg; hoop; opeenhoping afdankertjes; allegaartje; bende; bocht; geflikflooi; geklieder; gemier; gerotzooi; gezeur; hutspot; kliederboel; kliederen; knoeierij; mengelmoes; mengvoer; mikmak; puinhoop; puinzooi; rommel; rotzooi; samenraapsel; smerig spul; troep; zooi; zootje
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
röra aangaan; aanraken; aanroeren; aanstippen; aanstoken; belang inboezemen; beroeren; betreffen; bewegen; even aanraken; gaan; mixen; ontroeren; oppoken; opstoken; raken; roeren; rondroeren; slaan op; toucheren; treffen; verroeren; voelen; zich begeven; zich bewegen; zich verplaatsen; zitten aan; zorg inboezemen
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
berg berg
mycket ver; veraf; verafgelegen
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
massor talrijk
mycket behoorlijk; behoorlijke; erg; in hoge mate

Verwante woorden van "berg":


Antoniemen van "berg":


Verwante definities voor "berg":

  1. grote stapel of hoop1
    • moet ik in deze berg papieren zoeken?1
  2. sterke verhoging in het aardoppervlak1
    • in Nederland hebben we geen bergen1

Wiktionary: berg


Cross Translation:
FromToVia
berg berg mountain — large mass of earth and rock
berg berg mountain — large amount
berg berg; fjäll Bergnatürliche Erhebung auf der Landoberfläche der Erde und anderer Himmelskörper und des Meeresbodens
berg backe; höjd; knalle; kulle Hügel — Erhebung auf der Erdoberfläche unter etwa 300 Meter Höhe, meist von gerundeter Form
berg berg montagne — géographie|nocat=1 relief topographique présentant des versants prononcés (par opposition à « haut plateau » situé en altitude mais ne présentant pas le caractère montagneux).
berg hop; massa; mängd tas — Multitude de gens amassés ensemble.

bergen:

bergen werkwoord (berg, bergt, bergde, bergden, gebergd)

  1. bergen (in veiligheid brengen)
    bärga; rädda
    • bärga werkwoord (bärgar, bärgade, bärgat)
    • rädda werkwoord (räddar, räddade, räddat)
  2. bergen (opruimen)
    rena; rensa; rengöra; rensa bort
    • rena werkwoord (renar, renade, renat)
    • rensa werkwoord (rensar, rensade, rensat)
    • rengöra werkwoord (rengör, rengjorde, rengjort)
    • rensa bort werkwoord (rensar bort, rensade bort, rensat bort)

Conjugations for bergen:

o.t.t.
  1. berg
  2. bergt
  3. bergt
  4. bergen
  5. bergen
  6. bergen
o.v.t.
  1. bergde
  2. bergde
  3. bergde
  4. bergden
  5. bergden
  6. bergden
v.t.t.
  1. heb gebergd
  2. hebt gebergd
  3. heeft gebergd
  4. hebben gebergd
  5. hebben gebergd
  6. hebben gebergd
v.v.t.
  1. had gebergd
  2. had gebergd
  3. had gebergd
  4. hadden gebergd
  5. hadden gebergd
  6. hadden gebergd
o.t.t.t.
  1. zal bergen
  2. zult bergen
  3. zal bergen
  4. zullen bergen
  5. zullen bergen
  6. zullen bergen
o.v.t.t.
  1. zou bergen
  2. zou bergen
  3. zou bergen
  4. zouden bergen
  5. zouden bergen
  6. zouden bergen
diversen
  1. berg!
  2. bergt!
  3. gebergd
  4. bergende
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

bergen [het ~] zelfstandig naamwoord

  1. het bergen (bewaren)
    förvaring

Vertaal Matrix voor bergen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
förvaring bergen; bewaren
rensa schoonmaakbeurt; wegruimen
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bärga bergen; in veiligheid brengen
rena bergen; opruimen
rengöra bergen; opruimen afspoelen; reinigen; schoon maken; schoonmaken; schoonpoetsen; zuiveren
rensa bergen; opruimen in zedelijk opzicht zuiveren; klaren; kuisen; leeghalen; louteren; opschonen; plunderen; reinigen; uitknijpen; uitpersen; uitzuigen; verrekenen
rensa bort bergen; opruimen
rädda bergen; in veiligheid brengen redden
Not SpecifiedVerwante vertalingenAndere vertalingen
rensa Opschonen

Verwante woorden van "bergen":


Wiktionary: bergen


Cross Translation:
FromToVia
bergen försvara; bevara gaumen — (transitiv), Schweiz: nicht antasten lassen, schützen, verteidigen
bergen behålla; förvara; konservera conservermaintenir en bon état, apporter le soin nécessaire pour empêcher qu’une chose ne se gâter, ne dépérir.
bergen behålla; förvara; konservera maintenirtenir ferme et fixe.
bergen rädda sauvergarantir, préserver, tirer du péril, mettre en sûreté.
bergen trycka serrer — Renfermer, ranger, mettre en lieu sûr, à l’abri. (Sens général).
bergen dra ifrån ôtertirer une chose de la place où elle est. Se dit aussi en parlant des personnes et des animaux.

Verwante vertalingen van berg