Overzicht
Zweeds naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. intakt:
  2. intäkt:
  3. Wiktionary:


Zweeds

Uitgebreide vertaling voor intäkt (Zweeds) in het Nederlands

intakt:

intakt bijvoeglijk naamwoord

  1. intakt (helt; intaktt; oskadat; hel)
    heel; gaaf; intact
    • heel bijvoeglijk naamwoord
    • gaaf bijvoeglijk naamwoord
    • intact bijvoeglijk naamwoord
  2. intakt (oskadd; oskadat; oskatt)
    onbeschadigd

Vertaal Matrix voor intakt:

Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
gaaf hel; helt; intakt; intaktt; oskadat fantastisk; fantastiskt; felfri; felfritt; genial; genialt; hel; helt; häftig; häftigt; orörd; orört; oskadat; oskuldsfullt; otroligt; ren; rent; superbt; tuff; tufft
heel hel; helt; intakt; intaktt; oskadat hel
intact hel; helt; intakt; intaktt; oskadat
onbeschadigd intakt; oskadat; oskadd; oskatt

Synoniemen voor "intakt":


intäkt:

intäkt

  1. intäkt
    de inkomsten

intäkt

  1. intäkt (intäkter)
    de opbrengst

Vertaal Matrix voor intäkt:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
inkomsten intäkt inkomst
opbrengst intäkt; intäkter avkastning; behållning; vinst

Synoniemen voor "intäkt":


Wiktionary: intäkt


Cross Translation:
FromToVia
intäkt ontvangsten; inkomsten receipt — amount received