Order: vertaling Zweeds

Overzicht

Zweeds naar Nederlands: Meer gegevens...

order:
- opdracht; order; taak; consigne; dwangbevel; bevelschrift; bestelling; bezorging; overhandiging; dienstorder; dienstorders; mandaat; lastgeving; bestellingen; commissies
Wiktionary:
- order → opdracht, bevel, order, bestelling, bestuur, bewind, heerschappij, regering, commando

Nederlands naar Zweeds: Meer gegevens...

order:
- order; instruktion; befallning; uppgift; anvisning; vink; stickreplik; kommando
- order
Wiktionary:
- order → befallning, order, beställning, anvisning, överföring

Zweeds

Uitgebreide vertaling voor order (Zweeds) in het Nederlands

order:

order [-en] zelfstandig naamwoord

order (befallning; instruktion; uppgift; anvisning; vink; stickreplik)
de opdracht; de order; de taak; het consigne; het dwangbevel; het bevelschrift
- opdracht [de ~] zelfstandig naamwoord
- order [de ~] zelfstandig naamwoord
- taak [de ~] zelfstandig naamwoord
- consigne [het ~] zelfstandig naamwoord
- dwangbevel [het ~] zelfstandig naamwoord
- bevelschrift [het ~] zelfstandig naamwoord
order (beställning)
de bestelling; de bezorging; de overhandiging
- bestelling [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- bezorging [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- overhandiging [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
order (befallning)
de dienstorder
- dienstorder [de ~] zelfstandig naamwoord
order (befallning)
de dienstorders
- dienstorders [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.
order (instruktion; uppdrag)
de opdracht; het consigne; het mandaat; de lastgeving
- opdracht [de ~] zelfstandig naamwoord
- consigne [het ~] zelfstandig naamwoord
- mandaat [het ~] zelfstandig naamwoord
- lastgeving [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
order (uppdrag)
de bestellingen; de commissies
- bestellingen [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.
- commissies [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.
order
order
- order

Vertaal Matrix voor order:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
bestelling	beställning; order
bestellingen	order; uppdrag
bevelschrift	anvisning; befallning; instruktion; order; stickreplik; uppgift; vink	tjänsteuppdrag
bezorging	beställning; order	avlämnande; hemkörning; hemkörningstjänst; leverans; leveranstjänst; postgång; posttur; utlämnande; överlämnande
commissies	order; uppdrag	kommisioner
consigne	anvisning; befallning; instruktion; order; stickreplik; uppdrag; uppgift; vink	lösenord
dienstorder	befallning; order
dienstorders	befallning; order
dwangbevel	anvisning; befallning; instruktion; order; stickreplik; uppgift; vink
lastgeving	instruktion; order; uppdrag	befullmäktigande; mandat
mandaat	instruktion; order; uppdrag	fullmakt; mandat; mandera; tjänsteuppdrag
opdracht	anvisning; befallning; instruktion; order; stickreplik; uppdrag; uppgift; vink	kommando
order	anvisning; befallning; instruktion; order; stickreplik; uppgift; vink	befallning; kommando
overhandiging	beställning; order	presentation; överlämnande; överlämning
taak	anvisning; befallning; instruktion; order; stickreplik; uppgift; vink	Att göra-uppgift; arbete; att göra-poster; hemläxa; hemuppgift; jobb; skoluppgift; uppgift; uppgifter; ärende
Not Specified	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
order	order

Synoniemen voor "order":

uppdrag; befallande; föreläggande; kommando; befallning; beställning; kommendera; direktiv

Wiktionary: order

Cross Translation:

From	To	Via
• order	→ opdracht; bevel	↔ behest — command, bidding
• order	→ order; bevel	↔ order — command
• order	→ bestelling; order	↔ order — request for some product or service
• order	→ bestuur; bewind; heerschappij; regering; bevel; commando	↔ commandement — À trier

Verwante vertalingen van order

Nederlands

Uitgebreide vertaling voor order (Nederlands) in het Zweeds

order:

order [de ~] zelfstandig naamwoord

de order (dwangbevel; opdracht; taak; consigne; bevelschrift)
order; instruktion; befallning; uppgift; anvisning; vink; stickreplik
- order [-en] zelfstandig naamwoord
- instruktion [-en] zelfstandig naamwoord
- befallning [-en] zelfstandig naamwoord
- uppgift [-en] zelfstandig naamwoord
- anvisning [-en] zelfstandig naamwoord
- vink [-en] zelfstandig naamwoord
- stickreplik [-en] zelfstandig naamwoord
de order (bevel; commando)
befallning; kommando
- befallning [-en] zelfstandig naamwoord
- kommando [-ett] zelfstandig naamwoord

order

order
order
- order [-en] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor order:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
anvisning	bevelschrift; consigne; dwangbevel; opdracht; order; taak	aanwijzing; instructie; voorschrift
befallning	bevel; bevelschrift; commando; consigne; dwangbevel; opdracht; order; taak	dagingen; dagvaardingen; dienstorder; dienstorders; oppperbevel
instruktion	bevelschrift; consigne; dwangbevel; opdracht; order; taak	aanwijzing; actie; briefing; consigne; directie; instructie; lastgeving; mandaat; opdracht; uitleg; voorschrift
kommando	bevel; commando; order	commandosoldaat; opdracht
order	bevelschrift; consigne; dwangbevel; opdracht; order; taak	bestelling; bestellingen; bezorging; commissies; consigne; dienstorder; dienstorders; lastgeving; mandaat; opdracht; overhandiging
stickreplik	bevelschrift; consigne; dwangbevel; opdracht; order; taak
uppgift	bevelschrift; consigne; dwangbevel; opdracht; order; taak	arbeid; job; karwei; karweitje; klusje; kwestie; opgaaf; opgave; probleem; taak; vraagstuk; zwaarte
vink	bevelschrift; consigne; dwangbevel; opdracht; order; taak	gebaar; geste; wijzer
-	bevel; opdracht

Verwante woorden van "order":

orders, ordertje, ordertjes

Synoniemen voor "order":

Verwante definities voor "order":

opdracht om iets te leveren¹
- wij hebben een order bij dat bedrijf geplaatst¹
wat je moet doen van iemand¹
- de soldaten kregen een order om te vertrekken¹

Wiktionary: order

Cross Translation:

From	To	Via
• order	→ befallning; order	↔ order — command
• order	→ order; beställning	↔ order — request for some product or service
• order	→ anvisning; överföring	↔ Anweisung — Finanzwirtschaft: Anordnung zur Auszahlung einer Geldsumme

Verwante vertalingen van order

tot nader order

Zweedse en Nederlandse zoekresultaten voor: order

Uitgebreide vertaling voor order (Zweeds) in het Nederlands

order:

order [-en] zelfstandig naamwoord

order (befallning; instruktion; uppgift; anvisning; vink; stickreplik)

order (beställning)

order (befallning)

order (befallning)

order (instruktion; uppdrag)

order (uppdrag)

order

Vertaal Matrix voor order:

Synoniemen voor "order":

Wiktionary: order

Verwante vertalingen van order

Uitgebreide vertaling voor order (Nederlands) in het Zweeds

order:

order [de ~] zelfstandig naamwoord

de order (dwangbevel; opdracht; taak; consigne; bevelschrift)

de order (bevel; commando)

order

order

Vertaal Matrix voor order:

Verwante woorden van "order":

Synoniemen voor "order":

Verwante definities voor "order":

Wiktionary: order

Verwante vertalingen van order