Overzicht
Zweeds naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. äckel:
  2. Wiktionary:


Zweeds

Uitgebreide vertaling voor äckel (Zweeds) in het Nederlands

äckel:

äckel [-ett] zelfstandig naamwoord

  1. äckel
    mannetjesezel
  2. äckel (förskräcklig man; galning; knäppis)
    de griezel; het griezeltje; de engerd
    • griezel [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • griezeltje [het ~] zelfstandig naamwoord
    • engerd [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  3. äckel (kryp)
    de etter; de etterbak
    • etter [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • etterbak [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  4. äckel (tölp; slusk; grobian; lurk)
    de proleet; de hork; de lomperd; de vlegel; de kinkel
    • proleet [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • hork [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • lomperd [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • vlegel [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • kinkel [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor äckel:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
engerd förskräcklig man; galning; knäppis; äckel
etter kryp; äckel medicin var; var
etterbak kryp; äckel
griezel förskräcklig man; galning; knäppis; äckel
griezeltje förskräcklig man; galning; knäppis; äckel
hork grobian; lurk; slusk; tölp; äckel knöl; skithuvud; skitig bastard
kinkel grobian; lurk; slusk; tölp; äckel buffel; drummel; slyngel; tölp
lomperd grobian; lurk; slusk; tölp; äckel
mannetjesezel äckel
proleet grobian; lurk; slusk; tölp; äckel
vlegel grobian; lurk; slusk; tölp; äckel buffel; drummel; kanalje; lymmel; rackarunge; skojare; skälm; slyngel; tölp

Wiktionary: äckel


Cross Translation:
FromToVia
äckel engerd; griezel creep — informal: annoyingly unpleasant person
äckel afschuw disgust — an intense dislike or repugnance
äckel hekel Ekelohne Plural: starker körperlicher Abscheu
äckel misselijkheid nauséeenvie de vomir.