Overzicht
Zweeds naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. almanacka:
  2. Wiktionary:


Zweeds

Uitgebreide vertaling voor almanacka (Zweeds) in het Nederlands

almanacka:

almanacka [-en] zelfstandig naamwoord

  1. almanacka (kalender; väggalmanacka)
    de kalender
    • kalender [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor almanacka:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
kalender almanacka; kalender; väggalmanacka

Synoniemen voor "almanacka":


Wiktionary: almanacka


Cross Translation:
FromToVia
almanacka kalender KalenderDarstellung, Verzeichnis der aufeinanderfolgenden Tage, Wochen und Monate in Blatt-, Block- oder Buchform, oft mit Angaben zu Feiertagen, Ferien, Gedenktagen, Jahreszeiten, Mondphase, Namenstagen, Sonnenaufgang und Sonnenuntergang
almanacka jaarboek; annaal; almanak Almanachillustriertes Jahrbuch mit Texten aus verschiedenen Themenbereichen, meist in Kalenderform
almanacka almanak almanachpublication annuelle qui contient un calendrier astronomique avec les phases de la Lune, la durée des jours, les éclipses, etc., et divers conseils pratiques selon les saisons.
almanacka adresboek; almanak; annaal; jaarboek annuaire — Écrit destiné à donner chaque année les renseignements nécessaires.