Overzicht
Zweeds naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. ankel:
  2. Wiktionary:


Zweeds

Uitgebreide vertaling voor ankel (Zweeds) in het Nederlands

ankel:

ankel [-en] zelfstandig naamwoord

  1. ankel (fotled)
    de enkel; voetgewricht

Vertaal Matrix voor ankel:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
enkel ankel; fotled
voetgewricht ankel; fotled
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
enkel enastående; endast; ensam; uteslutande

Wiktionary: ankel


Cross Translation:
FromToVia
ankel enkel ankle — joint between foot and leg
ankel enkel Knöchel — vorspringender Knochen am Fußansatz
ankel enkel cheville — Articulation.