Zweeds

Uitgebreide vertaling voor anklagelse (Zweeds) in het Nederlands

anklagelse:

anklagelse [-en] zelfstandig naamwoord

  1. anklagelse
    de aanklacht; de beschuldiging; de tenlastelegging
  2. anklagelse
    de beschuldiging; de verdachtmaking; de aantijging; de insinuatie
  3. anklagelse (väcka åtal mot)
    het rapport; proces verbaal; de verklaring
  4. anklagelse (beskyllning; förebråelse)
    de verdachtmaking

Vertaal Matrix voor anklagelse:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
aanklacht anklagelse
aantijging anklagelse anklagan; antydan; insinuation
beschuldiging anklagelse misstanke
insinuatie anklagelse anklagan; antydan; insinuation
proces verbaal anklagelse; väcka åtal mot
rapport anklagelse; väcka åtal mot kommentera; rapport; reportage
tenlastelegging anklagelse åtalspunkt
verdachtmaking anklagelse; beskyllning; förebråelse
verklaring anklagelse; väcka åtal mot förklaring; meddelande; tillkännagivande; tolkning; tydning; uppklarning; utsago; vittnesbörd; vittnesmål

Synoniemen voor "anklagelse":


Wiktionary: anklagelse


Cross Translation:
FromToVia
anklagelse beschuldiging indictment — accusation
anklagelse aanklacht; beschuldiging; telastlegging; tenlastelegging; aangifte; accusatie accusationaction en justice par laquelle on accuser quelqu’un.
anklagelse zucht; beklag; aanklacht; klacht; beschuldiging; telastlegging; tenlastelegging; aangifte; accusatie plainte — Traductions à trier suivant le sens