Arrestering in het Nederlands vertaald uit het Zweeds

Overzicht

Zweeds naar Nederlands: Meer gegevens...

arrestering:
- arrestatie; aanhouding; arresten; gevangenneming; arresteren; grijpen; vrijheidsberoving; inverzekeringstelling; gevangenname; inhechtenisneming

Zweeds

Uitgebreide vertaling voor arrestering (Zweeds) in het Nederlands

arrestering (arrest; häktning)
de arrestatie; de aanhouding
- arrestatie [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- aanhouding [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
arrestering
de arresten
- arresten [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.
arrestering (arrest; anhållan)
de gevangenneming
- gevangenneming [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
arrestering (anhållning; gripning)
arresteren; het grijpen
- arresteren [znw.] zelfstandig naamwoord
- grijpen [het ~] zelfstandig naamwoord
arrestering (anhållande; arrest)
de vrijheidsberoving; de inverzekeringstelling; gevangenname; de inhechtenisneming
- vrijheidsberoving [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- inverzekeringstelling [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- gevangenname [znw.] zelfstandig naamwoord
- inhechtenisneming [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
aanhouding	arrest; arrestering; häktning
arrestatie	arrest; arrestering; häktning	anhållande
arresten	arrestering
arresteren	anhållning; arrestering; gripning
gevangenname	anhållande; arrest; arrestering
gevangenneming	anhållan; arrest; arrestering
grijpen	anhållning; arrestering; gripning
inhechtenisneming	anhållande; arrest; arrestering
inverzekeringstelling	anhållande; arrest; arrestering
vrijheidsberoving	anhållande; arrest; arrestering	olaga frihetsberövande
Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
arresteren		arrestera; fånga; gripa; tillfångata
grijpen		fatta tag i; fånga; greppa; gripa; gripa tag i; knycka bort; servera sig själv; slå; stöta; ta; ta fast; ta ifrån; ta tag i; träffa