Overzicht
Zweeds naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. aula:


Zweeds

Uitgebreide vertaling voor aula (Zweeds) in het Nederlands

aula:

aula [-en] zelfstandig naamwoord

  1. aula (hall; sal)
    narthex; de voorhal
    • narthex [znw.] zelfstandig naamwoord
    • voorhal [de ~] zelfstandig naamwoord
  2. aula (sammlingslokal)
    de auditoria
    • auditoria [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.
  3. aula
    het auditorium; de gehoorzaal; de aula

Vertaal Matrix voor aula:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
auditoria aula; sammlingslokal
auditorium aula hörsal
aula aula hörsal
gehoorzaal aula hörsal
narthex aula; hall; sal
voorhal aula; hall; sal

Synoniemen voor "aula":