Overzicht
Zweeds naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. bucklig:


Zweeds

Uitgebreide vertaling voor bucklig (Zweeds) in het Nederlands

bucklig:

bucklig bijvoeglijk naamwoord

  1. bucklig (knöligt; oregelbunden; ojämnt; buckligt; oregelbundet)
    hobbelig; bobbelig
  2. bucklig (buckligt)
    gebocheld
  3. bucklig (knölig; knöligt; hoppigt; buckligt)
    bultig
    • bultig bijvoeglijk naamwoord
  4. bucklig
    bochelig

Vertaal Matrix voor bucklig:

Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bobbelig bucklig; buckligt; knöligt; ojämnt; oregelbunden; oregelbundet
bultig bucklig; buckligt; hoppigt; knölig; knöligt
gebocheld bucklig; buckligt
hobbelig bucklig; buckligt; knöligt; ojämnt; oregelbunden; oregelbundet knöligt; ojämn; ojämnt
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bochelig bucklig