Overzicht
Zweeds naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. dagligen:
  2. Wiktionary:


Zweeds

Uitgebreide vertaling voor dagligen (Zweeds) in het Nederlands

dagligen:

dagligen zelfstandig naamwoord

  1. dagligen
    de weekdag
    • weekdag [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

dagligen bijvoeglijk naamwoord

  1. dagligen
    per dag
  2. dagligen (dagligt)
    dagelijkse

Vertaal Matrix voor dagligen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
weekdag dagligen
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
per dag dagligen dagtraktamente
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
dagelijkse dagligen; dagligt

Wiktionary: dagligen


Cross Translation:
FromToVia
dagligen dagelijks daily — every day