Zweeds

Uitgebreide vertaling voor enfald (Zweeds) in het Nederlands

enfald:

enfald [-en] zelfstandig naamwoord

  1. enfald (dumhet)
    de onwetendheid; de stompzinnigheid; de onbenulligheid
  2. enfald (dumhet; naivitet)
    de onnozelheid; de naïviteit; de simpelheid; de kinderlijkheid; de naïveteit

Vertaal Matrix voor enfald:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
kinderlijkheid dumhet; enfald; naivitet
naïveteit dumhet; enfald; naivitet godtrogenhet; lättrogenhet; naivitet; oskyldighet
naïviteit dumhet; enfald; naivitet godtrogenhet; lättrogenhet; naivitet
onbenulligheid dumhet; enfald
onnozelheid dumhet; enfald; naivitet
onwetendheid dumhet; enfald okunnig; ovetenhet
simpelheid dumhet; enfald; naivitet anspråkslöshet; enkelhet; frugalitet
stompzinnigheid dumhet; enfald

Synoniemen voor "enfald":


Computer vertaling door derden: