Overzicht
Zweeds naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. episod:
  2. Wiktionary:


Zweeds

Uitgebreide vertaling voor episod (Zweeds) in het Nederlands

episod:

episod [-en] zelfstandig naamwoord

  1. episod (avsnitt; kapitel)
    de episode
    • episode [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor episod:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
episode avsnitt; episod; kapitel

Synoniemen voor "episod":


Wiktionary: episod


Cross Translation:
FromToVia
episod gebeuren; episode episode — incident or action connected with a series of events
episod aflevering; episode episode — installment of a drama told in parts