Overzicht


Zweeds

Uitgebreide vertaling voor expedit (Zweeds) in het Nederlands

expedit:

expedit [-en] zelfstandig naamwoord

  1. expedit (kassabiträde)
    de lokettist; loketbeambte; loketambtenaar
  2. expedit (butiksbiträde)
    de lokettisten; loketambtenaren

Vertaal Matrix voor expedit:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
loketambtenaar expedit; kassabiträde biljettförsäljare
loketambtenaren butiksbiträde; expedit
loketbeambte expedit; kassabiträde biljettförsäljare
lokettist expedit; kassabiträde
lokettisten butiksbiträde; expedit biljettförsäljare

Synoniemen voor "expedit":