Overzicht


Zweeds

Uitgebreide vertaling voor fången (Zweeds) in het Nederlands

fången:

fången bijvoeglijk naamwoord

  1. fången (fängslad; tillfångataget; fängslat; fånget)
    gevangen; opgesloten; gevangen genomen; geïnterneerd; vastgezet

Vertaal Matrix voor fången:

Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
gevangen fängslad; fängslat; fången; fånget; tillfångataget
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
gevangen genomen fängslad; fängslat; fången; fånget; tillfångataget
geïnterneerd fängslad; fängslat; fången; fånget; tillfångataget
opgesloten fängslad; fängslat; fången; fånget; tillfångataget
vastgezet fängslad; fängslat; fången; fånget; tillfångataget

Synoniemen voor "fången":

  • fjättrad

Verwante vertalingen van fången