Zweeds
Uitgebreide vertaling voor fången (Zweeds) in het Nederlands
fången:
-
fången (fängslad; tillfångataget; fängslat; fånget)
gevangen; opgesloten; gevangen genomen; geïnterneerd; vastgezet-
gevangen bijvoeglijk naamwoord
-
opgesloten bijvoeglijk naamwoord
-
gevangen genomen bijvoeglijk naamwoord
-
geïnterneerd bijvoeglijk naamwoord
-
vastgezet bijvoeglijk naamwoord
-
Vertaal Matrix voor fången:
Bijvoeglijk Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
gevangen | fängslad; fängslat; fången; fånget; tillfångataget | |
Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
gevangen genomen | fängslad; fängslat; fången; fånget; tillfångataget | |
geïnterneerd | fängslad; fängslat; fången; fånget; tillfångataget | |
opgesloten | fängslad; fängslat; fången; fånget; tillfångataget | |
vastgezet | fängslad; fängslat; fången; fånget; tillfångataget |