Overzicht
Zweeds naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. förgånget:


Zweeds

Uitgebreide vertaling voor förgånget (Zweeds) in het Nederlands

förgånget:

förgånget zelfstandig naamwoord

  1. förgånget (förflutet)
    het verleden
    • verleden [het ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor förgånget:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
verleden förflutet; förgånget
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
verleden föregående; sista