Overzicht
Zweeds naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. fiktiv:
  2. Wiktionary:


Zweeds

Uitgebreide vertaling voor fiktiv (Zweeds) in het Nederlands

fiktiv:

fiktiv bijvoeglijk naamwoord

  1. fiktiv
    fictief; denkbeeldig; geveinsd; aangenomen; verdicht; gefingeerd

Vertaal Matrix voor fiktiv:

Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
aangenomen fiktiv accepterad; accepterat; adoptiv-; antaget; upptagen; upptaget
denkbeeldig fiktiv fantiserad; fantiserat; fiktivt; fingerad; idealistisk; illusorisk; illusoriskt; imaginär; imaginärt; inbillat; påhittat; uppdiktad; uppdiktat
fictief fiktiv fiktivt; fingerad; påhittat; uppdiktad; uppdiktat
gefingeerd fiktiv falsk; falskt; fiktivt; fingerad; påhittat; uppdiktad; uppdiktat
geveinsd fiktiv låtsas som
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
verdicht fiktiv

Synoniemen voor "fiktiv":


Wiktionary: fiktiv


Cross Translation:
FromToVia
fiktiv fictief fictional — invented, as opposed to real
fiktiv fictief fictitious — invented
fiktiv fictief fiktiv — auf einer Fiktion, etwas erdenken beruhend; erfinden