Overzicht
Zweeds naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. handikapp:


Zweeds

Uitgebreide vertaling voor handikapp (Zweeds) in het Nederlands

handikapp:

handikapp [-ett] zelfstandig naamwoord

  1. handikapp
    de handicap; de afwijking; het gebrek
    • handicap [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • afwijking [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • gebrek [het ~] zelfstandig naamwoord
  2. handikapp
    de handicaps
    • handicaps [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.
  3. handikapp
    de handicap; het gebrek; het lichaamsgebrek
  4. handikapp (arbetsoförmåga; oförmåga)
    de invaliditeit

Vertaal Matrix voor handikapp:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
afwijking handikapp avvikelse
gebrek handikapp avsaknad; brist; bräcka; defekt; elände; fattigdom; fel; knapphet; maskindefekt; spricka
handicap handikapp
handicaps handikapp
invaliditeit arbetsoförmåga; handikapp; oförmåga
lichaamsgebrek handikapp

Synoniemen voor "handikapp":

  • lyte

Verwante vertalingen van handikapp