Overzicht
Zweeds naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. i trasor:


Zweeds

Uitgebreide vertaling voor i trasor (Zweeds) in het Nederlands

i trasor:

i trasor bijvoeglijk naamwoord

  1. i trasor (ruggigt; raggigt; ovårdat; ruggig)
    sjofel; schamel; flodderig; verlopen; sjofeltjes; pover; haveloos; armoedig

Vertaal Matrix voor i trasor:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
verlopen upphörd att gälla
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
verlopen förgå; gå förbi; hända; passera; ske
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
armoedig i trasor; ovårdat; raggigt; ruggig; ruggigt drabbad av fattighet; lumpig; lumpigt; nödlidande; schabbigt
flodderig i trasor; ovårdat; raggigt; ruggig; ruggigt påsig; påsigt; säckigt
haveloos i trasor; ovårdat; raggigt; ruggig; ruggigt oredigt; rörig; rörigt; strulig; struligt
pover i trasor; ovårdat; raggigt; ruggig; ruggigt drabbad av fattighet; dålig; dåligt; fattig; fattigt; knapert; lumpig; lumpigt
schamel i trasor; ovårdat; raggigt; ruggig; ruggigt dålig; dåligt; fattig; fattigt
sjofel i trasor; ovårdat; raggigt; ruggig; ruggigt
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
sjofeltjes i trasor; ovårdat; raggigt; ruggig; ruggigt
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
verlopen i trasor; ovårdat; raggigt; ruggig; ruggigt förfallet; förfluten; förflutet; malätet; oansenlig; oansenligt; sjaskig; sjaskigt; utgången; utgånget; utsliten; utslitet

Computer vertaling door derden:

Verwante vertalingen van i trasor