Zweeds

Uitgebreide vertaling voor inbilskhet (Zweeds) in het Nederlands

inbilskhet:

inbilskhet zelfstandig naamwoord

  1. inbilskhet
    de inbeelding; de verwaandheid; de zelfverheffing; de aanmatiging
  2. inbilskhet (fåfänga)
    de inbeeldingen; de verwaandheden; ingenomendheden; eigenwanen; ingebeeldheden

Vertaal Matrix voor inbilskhet:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
aanmatiging inbilskhet
eigenwanen fåfänga; inbilskhet
inbeelding inbilskhet oförskämd; uppskäftig
inbeeldingen fåfänga; inbilskhet fantasier; hjärnspöken
ingebeeldheden fåfänga; inbilskhet
ingenomendheden fåfänga; inbilskhet
verwaandheden fåfänga; inbilskhet
verwaandheid inbilskhet arrogans; förmätenhet; högmodighet; oförskämd; uppskäftig; övermodighet
zelfverheffing inbilskhet oförskämd; uppskäftig