Overzicht
Zweeds naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. jubel:


Zweeds

Uitgebreide vertaling voor jubel (Zweeds) in het Nederlands

jubel:

jubel [-ett] zelfstandig naamwoord

  1. jubel (munterhet; hurrande)
    het gejoel; het gejubel
    • gejoel [het ~] zelfstandig naamwoord
    • gejubel [het ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor jubel:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
gejoel hurrande; jubel; munterhet
gejubel hurrande; jubel; munterhet

Synoniemen voor "jubel":

  • hejarop