Overzicht


Zweeds

Uitgebreide vertaling voor kanvas (Zweeds) in het Nederlands

kanvas:

kanvas [-en] zelfstandig naamwoord

  1. kanvas
    de tentdoek; tentstof
    • tentdoek [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • tentstof [znw.] zelfstandig naamwoord
  2. kanvas
    het tentzeil; tentdek; tentlinnen
  3. kanvas (tältduk; segel)
    de dekzeil; de zeil
    • dekzeil [de ~] zelfstandig naamwoord
    • zeil [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  4. kanvas (grovt linne; smärting)
    het linnen; schilderijdoek

Vertaal Matrix voor kanvas:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
dekzeil kanvas; segel; tältduk
linnen grovt linne; kanvas; smärting lakan; linne; lärft; sängkläder
schilderijdoek grovt linne; kanvas; smärting
tentdek kanvas
tentdoek kanvas tälttyg
tentlinnen kanvas
tentstof kanvas
tentzeil kanvas
zeil kanvas; segel; tältduk
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
linnen linne