Zweeds

Uitgebreide vertaling voor klyva (Zweeds) in het Nederlands

klyva:

klyva werkwoord (klyvar, klyvade, klyvat)

  1. klyva (riva; slita; splittra; sprätta)
  2. klyva (dela; klyfta; skilja åt)
    splitsen; scheiden; uitsplitsen; uiteengaan; loskoppelen; uit elkaar halen
    • splitsen werkwoord (splits, splitst, splitsde, splitsden, gesplitst)
    • scheiden werkwoord (scheid, scheidt, scheidde, scheidden, gescheiden)
    • uitsplitsen werkwoord (splits uit, splitst uit, splitste uit, splitsten uit, uitgesplitst)
    • uiteengaan werkwoord (ga uiteen, gaat uiteen, ging uiteen, gingen uiteen, uiteengegaan)
    • loskoppelen werkwoord (koppel los, koppelt los, koppelde los, koppelden los, losgekoppeld)
    • uit elkaar halen werkwoord (haal uit elkaar, haalt uit elkaar, haalde uit elkaar, haalden uit elkaar, uit elkaar gehaald)
  3. klyva (dela)
    kloven; klieven; doormidden hakken; doorklieven; doorhakken; doorhouwen; in tweeën houwen
    • kloven werkwoord (kloof, klooft, kloofde, kloofden, gekloofd)
    • klieven werkwoord (klief, klieft, kliefde, kliefden, gekliefd)
    • doormidden hakken werkwoord
    • doorklieven werkwoord (klief door, klieft door, kliefde door, kliefden door, doorgekliefd)
    • doorhakken werkwoord (hak door, hakt door, hakte door, hakten door, doorgehakt)
    • doorhouwen werkwoord (houw door, houwt door, houwde door, houwden door, doorgehouwd)
    • in tweeën houwen werkwoord
  4. klyva (avskilja)
    afsplitsen; afsplijten
    • afsplitsen werkwoord (splits af, splitst af, splitste af, splitsten af, afgesplitst)
    • afsplijten werkwoord (splijt af, spleet af, spleten af, afgespleten)
  5. klyva (splittra)
    versplinteren
    • versplinteren werkwoord (versplinter, versplintert, versplinterde, versplinterden, versplinterd)

Conjugations for klyva:

presens
  1. klyvar
  2. klyvar
  3. klyvar
  4. klyvar
  5. klyvar
  6. klyvar
imperfekt
  1. klyvade
  2. klyvade
  3. klyvade
  4. klyvade
  5. klyvade
  6. klyvade
framtid 1
  1. kommer att klyva
  2. kommer att klyva
  3. kommer att klyva
  4. kommer att klyva
  5. kommer att klyva
  6. kommer att klyva
framtid 2
  1. skall klyva
  2. skall klyva
  3. skall klyva
  4. skall klyva
  5. skall klyva
  6. skall klyva
conditional
  1. skulle klyva
  2. skulle klyva
  3. skulle klyva
  4. skulle klyva
  5. skulle klyva
  6. skulle klyva
perfekt particip
  1. har klyvat
  2. har klyvat
  3. har klyvat
  4. har klyvat
  5. har klyvat
  6. har klyvat
imperfekt particip
  1. hade klyvat
  2. hade klyvat
  3. hade klyvat
  4. hade klyvat
  5. hade klyvat
  6. hade klyvat
blandad
  1. klyva!
  2. klyva!
  3. klyvad
  4. klyvande
1. jag, 2. du/ni, 3. han/hon/den/det, 4. vi, 5. ni, 6. de

Vertaal Matrix voor klyva:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
afsplijten klyvning
afsplitsen klyvning
kloven bergsklyfta
loskoppelen koppla bort
uiteengaan separerande
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
afsplijten avskilja; klyva
afsplitsen avskilja; klyva isolera; separera; sära på; urskilja
doorhakken dela; klyva
doorhouwen dela; klyva
doorklieven dela; klyva
doormidden hakken dela; klyva
ergens uitscheuren klyva; riva; slita; splittra; sprätta
in tweeën houwen dela; klyva
klieven dela; klyva brista; gå upp; klyvas; splittras; spricka
kloven dela; klyva brista; gå upp; klyvas; splittras; spricka
loskoppelen dela; klyfta; klyva; skilja åt koppla från; ta bort/koppla från
scheiden dela; klyfta; klyva; skilja åt befria; bryta upp; frisläppa; gå ifrån varandra; gå skilda vägar; lösa; separera; skiljas; släppa; släppa ut; sära; urskilja
splitsen dela; klyfta; klyva; skilja åt brista; dela; dela upp; gå upp; klyvas; separera; splittras; spricka; sära; urskilja
uit elkaar halen dela; klyfta; klyva; skilja åt demontera; förstöra; göra sönder; lösgöra; montera ner; plocka isär; reda ut; separera; sära; ta isär
uiteengaan dela; klyfta; klyva; skilja åt bryta upp; gå ifrån varandra; gå skilda vägar; separera; skiljas
uitsplitsen dela; klyfta; klyva; skilja åt
versplinteren klyva; splittra

Synoniemen voor "klyva":

  • splinta; dela; tudela

Wiktionary: klyva


Cross Translation:
FromToVia
klyva verdelen divide — split into two or more parts
klyva klieven; kloven kliebentransitiv; österreichisch, südostdeutsch umgangssprachlich: (Holz) der Länge nach zerteilen
klyva klieven; doorklieven; kloven; splijten fendre — Traductions à trier suivant le sens

Computer vertaling door derden:

Verwante vertalingen van klyva