Overzicht
Zweeds naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. knä:
  2. Wiktionary:


Zweeds

Uitgebreide vertaling voor knä (Zweeds) in het Nederlands

knä:

knä [-ett] zelfstandig naamwoord

  1. knä
    de knie
    • knie [de ~] zelfstandig naamwoord
  2. knä
    het kromhout
    • kromhout [het ~] zelfstandig naamwoord
  3. knä (famn)
    de schoot; de moederschoot

Vertaal Matrix voor knä:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
knie knä
kromhout knä krumträ
moederschoot famn; knä
schoot famn; knä bult; livmoder; lås; regel; stickling; urklipp
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
schoot sköte

Wiktionary: knä

knä
noun
  1. een gewricht in het midden van het been dat het bovenbeen met het onderbeen verbindt

Cross Translation:
FromToVia
knä knie knee — joint in the middle of the leg and area around it
knä schoot lap — the upper legs of a seated person
knä knie Knie — vorderer Teil des Kniegelenks
knä schoot Schoß — die beim Sitzen durch Unterleib und Oberschenkel gebildete Körperpartie
knä knie genou — Articulation joignant la jambe à la cuisse

Verwante vertalingen van knä