Overzicht
Zweeds naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. kompass:
  2. Wiktionary:


Zweeds

Uitgebreide vertaling voor kompass (Zweeds) in het Nederlands

kompass:

kompass [-en] zelfstandig naamwoord

  1. kompass (föreskrift; rättesnöre)
    het kompas
    • kompas [het ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor kompass:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
kompas föreskrift; kompass; rättesnöre

Wiktionary: kompass

kompass
noun
  1. instrument waarvan de naald het magnetische noorden aanwijst

Cross Translation:
FromToVia
kompass kompas compass — navigational compass
kompass kompas Kompass — ein Gerät, Messinstrument zur Feststellung von Himmelsrichtungen, welches auf dem Prinzip des Erdmagnetfelds basiert
kompass kompas boussolecadran au centre duquel est fixée une aiguille qui tourne librement sur son pivot et dont la pointe aimantée se dirige vers le nord.

Verwante vertalingen van kompass