Kränkning in het Nederlands vertaald uit het Zweeds

Overzicht

Zweeds naar Nederlands: Meer gegevens...

kränkning:
- belediging; krenking; grief; mortificatie; verontwaardiging; verstoordheid; deemoediging
Wiktionary:
- kränkning → overtreding, schending, blessure, verwonding, kwetsuur, wond

Zweeds

Uitgebreide vertaling voor kränkning (Zweeds) in het Nederlands

kränkning (skada; smädelse)
de belediging; de krenking; de grief
- belediging [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- krenking [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- grief [de ~] zelfstandig naamwoord
kränkning (förödmjukelse; missräkning)
de mortificatie
- mortificatie [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
kränkning
de verontwaardiging; de verstoordheid
- verontwaardiging [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- verstoordheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
kränkning (förödmjukelse)
deemoediging
- deemoediging [znw.] zelfstandig naamwoord

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
belediging	kränkning; skada; smädelse	gäckeri; hån
deemoediging	förödmjukelse; kränkning
grief	kränkning; skada; smädelse	klagomål; kval; pina; prövning; svår plåga; test; tortyr
krenking	kränkning; skada; smädelse	göra någons känslor illa; såra någon
mortificatie	förödmjukelse; kränkning; missräkning
verontwaardiging	kränkning
verstoordheid	kränkning	gnällighet; irritation; retlighet; vresighet

Cross Translation:

From	To	Via
• kränkning	→ overtreding; schending	↔ violation — act or instance of violating
• kränkning	→ blessure; verwonding; kwetsuur; wond	↔ blessure — plaie ou fracture produire par un coup ou un choc. — note On le dit plus communément des coups qui entament la chair.