Overzicht
Zweeds naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. lösenord:
  2. Wiktionary:


Zweeds

Uitgebreide vertaling voor lösenord (Zweeds) in het Nederlands

lösenord:

lösenord [-ett] zelfstandig naamwoord

  1. lösenord
    het wachtwoord; het consigne
  2. lösenord
    herkenningswoord
  3. lösenord
    de wachtwoorden
  4. lösenord
  5. lösenord (åtkomstkod)
    het wachtwoord; de toegangscode

Vertaal Matrix voor lösenord:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
consigne lösenord anvisning; befallning; instruktion; order; stickreplik; uppdrag; uppgift; vink
herkenningswoord lösenord
toegangscode lösenord; åtkomstkod
wachtwoord lösenord; åtkomstkod
wachtwoorden lösenord
Not SpecifiedVerwante vertalingenAndere vertalingen
wachtwoordcode lösenord

Wiktionary: lösenord


Cross Translation:
FromToVia
lösenord wachtwoord; paswoord PasswortMittel zur Authentifizierung eines Benutzer
lösenord wachtwoord password — secret word used to gain admittance
lösenord wachtwoord password — computing: string of characters known only to a user
lösenord wachtwoord mot de passecode alphanumérique ou phrase, moyen d’authentification, qu'il faut donner pour accéder dans un endroit protégé ou pour utiliser une ressource ou un service dont l'accès est limité et protégé.