Uitgebreide vertaling voor loop (Zweeds) in het Nederlands
loop:
-
loop
herhalen
-
herhalen
werkwoord
(herhaal, herhaalt, herhaalde, herhaalden, herhaald)
-
loop
de lus
-
lus
[
de ~]
zelfstandig naamwoord
Vertaal Matrix voor loop:
Synoniemen voor "loop":
Computer vertaling door derden: