Overzicht
Zweeds naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. loop:


Zweeds

Uitgebreide vertaling voor loop (Zweeds) in het Nederlands

loop:

loop werkwoord

  1. loop
    herhalen
    • herhalen werkwoord (herhaal, herhaalt, herhaalde, herhaalden, herhaald)

loop

  1. loop
    de lus
    • lus [de ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor loop:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
lus loop öglad
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
herhalen loop eka; repetera; spela upp slinga; säga efter; upprepa; öva

Synoniemen voor "loop":