Overzicht
Zweeds naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. minister:
  2. Wiktionary:


Zweeds

Uitgebreide vertaling voor minister (Zweeds) in het Nederlands

minister:

minister [-en] zelfstandig naamwoord

  1. minister
    de minister
    • minister [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor minister:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
minister minister

Wiktionary: minister

minister
noun
  1. een persoon die deelneemt aan de regering van een land

Cross Translation:
FromToVia
minister minister minister — politician who heads a ministry
minister bewindsman; minister ministre — Membre d’un gouvernement

Computer vertaling door derden: