Overzicht
Zweeds naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. näbbar:


Zweeds

Uitgebreide vertaling voor näbbar (Zweeds) in het Nederlands

näbbar:

näbbar zelfstandig naamwoord

  1. näbbar
    meervoud van bek; de bekken
  2. näbbar
    de snavels; de vogelbekken; de klepels
    • snavels [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.
    • vogelbekken [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.
    • klepels [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.

Vertaal Matrix voor näbbar:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bekken näbbar bassäng; fat; handfat; höftleden; mular; nosar; skål
klepels näbbar
meervoud van bek näbbar
snavels näbbar
vogelbekken näbbar