Overzicht
Zweeds naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. nöd:
  2. Wiktionary:


Zweeds

Uitgebreide vertaling voor nöd (Zweeds) in het Nederlands

nöd:

nöd [-en] zelfstandig naamwoord

  1. nöd (brist; armod; obestånd)
    noodlijdendheid

Vertaal Matrix voor nöd:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
noodlijdendheid armod; brist; nöd; obestånd

Synoniemen voor "nöd":


Wiktionary: nöd


Cross Translation:
FromToVia
nöd in nood leert men zijn vrienden kennen a friend in need is a friend indeed — someone who helps is a real friend
nöd nood emergency — situation requiring urgent assistance

Verwante vertalingen van nöd