Zweeds

Uitgebreide vertaling voor nöje (Zweeds) in het Nederlands

nöje:

nöje [-ett] zelfstandig naamwoord

  1. nöje (skoj)
    het plezier; de pret; de lol; de jolijt; de gein; de leut; de keet
    • plezier [het ~] zelfstandig naamwoord
    • pret [de ~] zelfstandig naamwoord
    • lol [de ~] zelfstandig naamwoord
    • jolijt [de ~] zelfstandig naamwoord
    • gein [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • leut [de ~] zelfstandig naamwoord
    • keet [de ~] zelfstandig naamwoord
  2. nöje (munterhet; förlustelse; skojighet; rolighet; nöjsamhet)
    pretmakerij; het plezier; de jolijt; de jool; de lol; de keet
    • pretmakerij [znw.] zelfstandig naamwoord
    • plezier [het ~] zelfstandig naamwoord
    • jolijt [de ~] zelfstandig naamwoord
    • jool [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • lol [de ~] zelfstandig naamwoord
    • keet [de ~] zelfstandig naamwoord
  3. nöje (glädje; upptåg)
    het plezier; het genoegen; de pret; het genot; de lust; de leut; de jool
    • plezier [het ~] zelfstandig naamwoord
    • genoegen [het ~] zelfstandig naamwoord
    • pret [de ~] zelfstandig naamwoord
    • genot [het ~] zelfstandig naamwoord
    • lust [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • leut [de ~] zelfstandig naamwoord
    • jool [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  4. nöje (njutning; åtnjutande; behag)
    het genoegen; het plezier; de aardigheid
  5. nöje (lycka; njutning; glädje; förtjusning)
    het genot; de geneugte
    • genot [het ~] zelfstandig naamwoord
    • geneugte [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    genieten
    – er plezier aan beleven 1
    • genieten [znw.] zelfstandig naamwoord
      • we hebben erg genoten van die muziek1
  6. nöje (tidsfördriv)
    het tijdverdrijf
  7. nöje
    de gein; de grap; uiting van vrolijkheid; de aardigheid
  8. nöje (skoj; skämt)
    grapjes; de lolletjes; de schertsen
    • grapjes [znw.] zelfstandig naamwoord
    • lolletjes [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.
    • schertsen [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.
  9. nöje (underhållning)
    het entertainment

nöje

  1. nöje (spark; njutning)
    de voetbeweging; de schop
    • voetbeweging [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • schop [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    de trap
    – harde stoot met je voet 1
    • trap [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
      • hij gaf een trap tegen de bal1

Vertaal Matrix voor nöje:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
aardigheid behag; njutning; nöje; åtnjutande gåva; liten gåva; present; skoj; skämt; vits; vänlighet; älskvärdhet
entertainment nöje; underhållning
gein nöje; skoj rolighet; skoj; skämt; vits
geneugte förtjusning; glädje; lycka; njutning; nöje
genieten förtjusning; glädje; lycka; njutning; nöje
genoegen behag; glädje; njutning; nöje; upptåg; åtnjutande begär; lust; passion; tillfredställd; vara nöjd med
genot förtjusning; glädje; lycka; njutning; nöje; upptåg begär; lust; passion
grap nöje skoj; skämt; slagfärdig replik; vits
grapjes nöje; skoj; skämt skojerier; skämt
jolijt förlustelse; munterhet; nöje; nöjsamhet; rolighet; skoj; skojighet gladhet
jool förlustelse; glädje; munterhet; nöje; nöjsamhet; rolighet; skojighet; upptåg
keet förlustelse; munterhet; nöje; nöjsamhet; rolighet; skoj; skojighet bygg hytt; förvirring; kaos; oreda
leut glädje; nöje; skoj; upptåg
lol förlustelse; munterhet; nöje; nöjsamhet; rolighet; skoj; skojighet rolighet; skämt
lolletjes nöje; skoj; skämt
lust glädje; nöje; upptåg aptit; begär; hunger; kravande; kåthet; lust; längtan; passion; sexlust; önska
plezier behag; förlustelse; glädje; munterhet; njutning; nöje; nöjsamhet; rolighet; skoj; skojighet; upptåg; åtnjutande gladhet; gladlynthet; glatt lynne; glättighet; rolighet; skämt
pret glädje; nöje; skoj; upptåg gladhet
pretmakerij förlustelse; munterhet; nöje; nöjsamhet; rolighet; skojighet
schertsen nöje; skoj; skämt
schop njutning; nöje; spark skopa; skovel; spade
tijdverdrijf nöje; tidsfördriv
trap njutning; nöje; spark trap; trapplopp; trappor; trappuppgång
uiting van vrolijkheid nöje
voetbeweging njutning; nöje; spark
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
genieten finna nöje i; gilla; njuta av; tycka om
schertsen begå dumheter; raljera; retas

Synoniemen voor "nöje":


Computer vertaling door derden:

Verwante vertalingen van nöje