Overzicht
Zweeds naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. naturlig:
  2. Wiktionary:


Zweeds

Uitgebreide vertaling voor naturlig (Zweeds) in het Nederlands

naturlig:

naturlig bijvoeglijk naamwoord

  1. naturlig (medfött; naturligt)
    aangeboren; ingeboren

Vertaal Matrix voor naturlig:

Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
aangeboren medfött; naturlig; naturligt medfödd; medfött
ingeboren medfött; naturlig; naturligt

Synoniemen voor "naturlig":


Wiktionary: naturlig


Cross Translation:
FromToVia
naturlig natuurlijk natural — relating to nature
naturlig natuurlijk natürlichohne Steigerung: sich auf die Natur beziehend, naturgemäß, in der Natur vorkommend
naturlig natuurlijk natürlich — nicht entfremdet, dem Naturell entsprechend, sich auf das Naturell beziehend, naturgetreu
naturlig natuurlijk natürlichohne Steigerung: dem Gesetz der Natur entsprechend
naturlig natuurlijk; vanzelfsprekend; uiteraard natürlich — im Sinne von selbstverständlich, klar
naturlig natuurlijk natürlich — im Sinne von einfach, ungezwungen

Computer vertaling door derden:

Verwante vertalingen van naturlig