Politiker in het Nederlands vertaald uit het Zweeds

Overzicht

Zweeds naar Nederlands: Meer gegevens...

politiker:
- bestuurders; politici; politicus; bestuurder; politiek; staatkunde
Wiktionary:
- politiker → politicus, politica

Zweeds

Uitgebreide vertaling voor politiker (Zweeds) in het Nederlands

politiker (statstjänstemen)
de bestuurders; de politici
- bestuurders [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.
- politici [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.
politiker
de politicus; de bestuurder
- politicus [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- bestuurder [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
politiker
de politiek; de staatkunde
- politiek [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- staatkunde [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
politiker
de politicus
- politicus [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
bestuurder	politiker	chaufför; förare; ordförande
bestuurders	politiker; statstjänstemen	chauffeur
politici	politiker; statstjänstemen
politicus	politiker
politiek	politiker	drift; förvaltnig; ledning; politik; skötsel; statpolitik; styrelse
staatkunde	politiker
Bijvoeglijk Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
politiek		i enlighet med politiken; politisk; politiskt

Cross Translation:

From	To	Via
• politiker	→ politicus; politica	↔ politician — one engaged in politics