Overzicht
Zweeds naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. pråm:
  2. Wiktionary:


Zweeds

Uitgebreide vertaling voor pråm (Zweeds) in het Nederlands

pråm:

pråm [-en] zelfstandig naamwoord

  1. pråm (skuta; praktslup; husbåt)
    de aak; het binnenvaartschip
  2. pråm
    de aak
    • aak [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor pråm:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
aak husbåt; praktslup; pråm; skuta
binnenvaartschip husbåt; praktslup; pråm; skuta

Wiktionary: pråm


Cross Translation:
FromToVia
pråm duwbak barge — flat-bottomed bulk carrier mainly for inland waters
pråm aak chaland — marine|fr Grand bateau plat dont on se servir pour transporter les marchandises.