Overzicht
Zweeds naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. rån:
  2. Wiktionary:


Zweeds

Uitgebreide vertaling voor rån (Zweeds) in het Nederlands

rån:

rån [-ett] zelfstandig naamwoord

  1. rån (berövande)
    de beroving; de roof
    • beroving [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • roof [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  2. rån (oblat)
    de ouwel
    • ouwel [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  3. rån (rånöverfall; överfall)
    de overval
    • overval [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  4. rån (beväpnat rån; överfall)
    de roofoverval

Vertaal Matrix voor rån:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
beroving berövande; rån
ouwel oblat; rån
overval rån; rånöverfall; överfall
roof berövande; rån ruga; skorpa; sårskorpa
roofoverval beväpnat rån; rån; överfall

Synoniemen voor "rån":


Wiktionary: rån


Cross Translation:
FromToVia
rån roof Raub — das gewaltsame wegnehmen, das rauben

Verwante vertalingen van rån