Home ->Woordenboeken ->Zweeds/Nederlands ->Vertaal rostat

Vertaal rostat van Zweeds naar Nederlands

Overzicht

Zweeds naar Nederlands: Meer gegevens...

rostat:
- geroosterd
rosta:
- braden; roesten; verroesten; door roest ingevreten worden; inroesten
Wiktionary:
- rosta → poffen, roesten, verroesten, oxideren, roosteren, braden, branden

Zweeds

Uitgebreide vertaling voor rostat (Zweeds) in het Nederlands

rostat:

rostat bijvoeglijk naamwoord

rostat (stekt)
geroosterd
- geroosterd bijvoeglijk naamwoord

Vertaal Matrix voor rostat:

Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
geroosterd	rostat; stekt

rosta:

rosta werkwoord (rostar, rostade, rostat)

rosta (ugnssteka)
braden
- braden werkwoord (braad, braadt, braadde, braadden, gebraden)
rosta
roesten; verroesten; door roest ingevreten worden; inroesten
- roesten werkwoord
- verroesten werkwoord (verroest, verroestte, verroestten, verroest)
- door roest ingevreten worden werkwoord
- inroesten werkwoord (roest in, roestte in, roestten in, ingeroest)

Conjugations for rosta:

presens

rostar
rostar
rostar
rostar
rostar
rostar

imperfekt

rostade
rostade
rostade
rostade
rostade
rostade

framtid 1

kommer att rosta
kommer att rosta
kommer att rosta
kommer att rosta
kommer att rosta
kommer att rosta

framtid 2

skall rosta
skall rosta
skall rosta
skall rosta
skall rosta
skall rosta

conditional

skulle rosta
skulle rosta
skulle rosta
skulle rosta
skulle rosta
skulle rosta

perfekt particip

har rostat
har rostat
har rostat
har rostat
har rostat
har rostat

imperfekt particip

hade rostat
hade rostat
hade rostat
hade rostat
hade rostat
hade rostat

blandad

rosta!
rosta!
rostad
rostande

1. jag, 2. du/ni, 3. han/hon/den/det, 4. vi, 5. ni, 6. de

Vertaal Matrix voor rosta:

Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
braden	rosta; ugnssteka
door roest ingevreten worden	rosta
inroesten	rosta
roesten	rosta
verroesten	rosta

Synoniemen voor "rosta":

halstra; korrodera

Wiktionary: rosta

Cross Translation:

From	To	Via
• rosta	→ poffen	↔ rösten — trockenes, fettloses Erhitzen von pflanzlichen Lebensmitteln bei etwa 300 °C
• rosta	→ roesten; verroesten; oxideren	↔ rust — to oxidise
• rosta	→ roosteren	↔ toast — to lightly cook by browning over fire
• rosta	→ braden; branden; roosteren	↔ griller — supplicier par le feu.
• rosta	→ braden; branden; roosteren	↔ rôtir — Faire cuire de la viande à un feu vif, de manière que le dessus soit croustillant et que l’intérieur reste tendre.

Computer vertaling door derden: