Overzicht
Zweeds naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. självständig:
  2. Wiktionary:


Zweeds

Uitgebreide vertaling voor självständig (Zweeds) in het Nederlands

självständig:

självständig bijvoeglijk naamwoord

  1. självständig (oberoende; självständigt)
    zelfstandig

självständig zelfstandig naamwoord

  1. självständig (onberoende)
    zelfstandige

Vertaal Matrix voor självständig:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
zelfstandige onberoende; självständig
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
zelfstandig oberoende; självständig; självständigt

Synoniemen voor "självständig":


Wiktionary: självständig


Cross Translation:
FromToVia
självständig zelfstandig; zelfredzaam eigenständig — „mit eigenem Stand“, in selbstständiger, unabhängiger Position
självständig zelfstandig selbstständig — ohne Hilfe anderer (auskommend)
självständig soeverein sovereign — exercising power of rule
självständig onafhankelijk; zelfstandig indépendant — Qui ne dépendre pas de telle personne ou de telle chose, qui ne lui est pas subordonner.

Computer vertaling door derden:

Verwante vertalingen van självständig