Zweeds

Uitgebreide vertaling voor slagord (Zweeds) in het Nederlands

slagord:

slagord [-ett] zelfstandig naamwoord

  1. slagord (slogan; paroll)
    de leus; het parool; de spreuk; de leuze
    • leus [de ~] zelfstandig naamwoord
    • parool [het ~] zelfstandig naamwoord
    • spreuk [de ~] zelfstandig naamwoord
    • leuze [de ~] zelfstandig naamwoord
  2. slagord
    de devies; het motto; de zinspreuk; de kenspreuk
    • devies [de ~] zelfstandig naamwoord
    • motto [het ~] zelfstandig naamwoord
    • zinspreuk [de ~] zelfstandig naamwoord
    • kenspreuk [de ~] zelfstandig naamwoord
  3. slagord
    de leuzen; de parolen
    • leuzen [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.
    • parolen [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.
  4. slagord (slogan; valslogan)
    de leus; de slogan; de kreet; de slagzin; reclamezin; reclameleus
    • leus [de ~] zelfstandig naamwoord
    • slogan [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • kreet [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • slagzin [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • reclamezin [znw.] zelfstandig naamwoord
    • reclameleus [znw.] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor slagord:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
devies slagord krigsrop; livsfras; motto; stridsrop
kenspreuk slagord
kreet slagord; slogan; valslogan skrik; slogan; stirdsrop
leus paroll; slagord; slogan; valslogan krigsrop; slogan; stirdsrop; stridsrop
leuze paroll; slagord; slogan krigsrop; stridsrop
leuzen slagord slogans; valspråk
motto slagord livsfras; motto
parolen slagord
parool paroll; slagord; slogan krigsrop; stridsrop
reclameleus slagord; slogan; valslogan
reclamezin slagord; slogan; valslogan
slagzin slagord; slogan; valslogan
slogan slagord; slogan; valslogan motto
spreuk paroll; slagord; slogan talesätt
zinspreuk slagord aphorism

Synoniemen voor "slagord":


Verwante vertalingen van slagord