Home ->Woordenboeken ->Zweeds/Nederlands ->Vertaal sluttande

Vertaal sluttande van Zweeds naar Nederlands

Overzicht

Zweeds naar Nederlands: Meer gegevens...

sluttande:
- steil; schuin aflopend; hellend; aflopend; glooiend; flauw hellend
- glooien; flauw hellend aflopend
slutta:
- vervallen; aflopen; glooien; flauw hellend aflopend

Zweeds

Uitgebreide vertaling voor sluttande (Zweeds) in het Nederlands

sluttande:

sluttande bijvoeglijk naamwoord

sluttande
steil; schuin aflopend; hellend
- steil bijvoeglijk naamwoord
- schuin aflopend bijvoeglijk naamwoord
- hellend bijvoeglijk naamwoord
sluttande
aflopend; glooiend; flauw hellend
- aflopend bijvoeglijk naamwoord
- glooiend bijvoeglijk naamwoord
- flauw hellend bijvoeglijk naamwoord

sluttande zelfstandig naamwoord

sluttande
glooien; flauw hellend aflopend
- glooien [znw.] zelfstandig naamwoord
- flauw hellend aflopend [znw.] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor sluttande:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
flauw hellend aflopend	sluttande
glooien	sluttande
Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
flauw hellend aflopend		slutta
glooien		slutta
Bijvoeglijk Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
aflopend	sluttande	sluten; slutet
glooiend	sluttande
steil	sluttande
Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
flauw hellend	sluttande
hellend	sluttande
schuin aflopend	sluttande

Synoniemen voor "sluttande":

nedåtgående; lutande

slutta:

slutta werkwoord (sluttar, sluttade, sluttat)

slutta
vervallen; aflopen; glooien; flauw hellend aflopend
- vervallen werkwoord (verval, vervalt, verviel, vervielen, vervallen)
- aflopen werkwoord (loop af, loopt af, liep af, liepen af, afgelopen)
- glooien werkwoord (glooi, glooit, glooide, glooiden, geglooid)
- flauw hellend aflopend werkwoord

Conjugations for slutta:

presens

sluttar
sluttar
sluttar
sluttar
sluttar
sluttar

imperfekt

sluttade
sluttade
sluttade
sluttade
sluttade
sluttade

framtid 1

kommer att slutta
kommer att slutta
kommer att slutta
kommer att slutta
kommer att slutta
kommer att slutta

framtid 2

skall slutta
skall slutta
skall slutta
skall slutta
skall slutta
skall slutta

conditional

skulle slutta
skulle slutta
skulle slutta
skulle slutta
skulle slutta
skulle slutta

perfekt particip

har sluttat
har sluttat
har sluttat
har sluttat
har sluttat
har sluttat

imperfekt particip

hade sluttat
hade sluttat
hade sluttat
hade sluttat
hade sluttat
hade sluttat

blandad

slutta!
slutta!
sluttad
sluttande

1. jag, 2. du/ni, 3. han/hon/den/det, 4. vi, 5. ni, 6. de

Vertaal Matrix voor slutta:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
flauw hellend aflopend		sluttande
glooien		sluttande
vervallen		övergående
Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
aflopen	slutta	förgå; gå förbi; hända; komma till ett slut; komma till ro; passera; ske; styra mot
flauw hellend aflopend	slutta
glooien	slutta
vervallen	slutta	avta; falla samman; förfalla; förgå; gå förbi; gå nedförsbacke; gå ner; gå under; hända; minska; passera; sjunka; ske; sönderfalla
Bijvoeglijk Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
vervallen		förfallet; förfluten; förflutet; sliten; slitet; utgången; utgånget; utsliten; utslitet

Synoniemen voor "slutta":

luta

Computer vertaling door derden:

Verwante vertalingen van sluttande