Overzicht
Zweeds naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. spektakel:
  2. Wiktionary:


Zweeds

Uitgebreide vertaling voor spektakel (Zweeds) in het Nederlands

spektakel:

spektakel [-ett] zelfstandig naamwoord

  1. spektakel (skådespel)
    het spektakel; het schouwspel
  2. spektakel (uppvisning)
    de uitslover
  3. spektakel (uppvisning; show; demonstration)
    de opvoering; de voorstelling; de vertoning; de staatsie; de show; de parade
    • opvoering [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • voorstelling [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • vertoning [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • staatsie [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • show [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • parade [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor spektakel:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
opvoering demonstration; show; spektakel; uppvisning
parade demonstration; show; spektakel; uppvisning defilering; parad
schouwspel skådespel; spektakel paradnummer; skådespel
show demonstration; show; spektakel; uppvisning föreställning; show; uppvisning
spektakel skådespel; spektakel oljud; tumult
staatsie demonstration; show; spektakel; uppvisning ceremoni; procession; tåg
uitslover spektakel; uppvisning
vertoning demonstration; show; spektakel; uppvisning
voorstelling demonstration; show; spektakel; uppvisning föreställning; show; uppvisning

Wiktionary: spektakel

spektakel
noun
  1. opzienbarend schouwspel

Computer vertaling door derden: