Spis in het Nederlands vertaald uit het Zweeds

Overzicht

Zweeds naar Nederlands: Meer gegevens...

spis:
- gerecht; schotel; verwarming; kachel; fornuis; keukenfornuis; kooktoestel; stookinrichting
Wiktionary:
- spis → fornuis, kookfornuis, oven
- spis → vuur, stoof, fornuis, kachel, oven, bakoven

Zweeds

Uitgebreide vertaling voor spis (Zweeds) in het Nederlands

spis (rätt)
het gerecht; de schotel
- gerecht [het ~] zelfstandig naamwoord
- schotel [de ~] zelfstandig naamwoord
spis (kamin; kakelugn)
de verwarming; de kachel
- verwarming [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- kachel [de ~] zelfstandig naamwoord
spis
het fornuis; het keukenfornuis
- fornuis [het ~] zelfstandig naamwoord
- keukenfornuis [het ~] zelfstandig naamwoord
spis (matlagningsapparat; matlagningsspis)
het kooktoestel
- kooktoestel [het ~] zelfstandig naamwoord
spis (upphettningsapparat; kokare)
het fornuis; de stookinrichting
- fornuis [het ~] zelfstandig naamwoord
- stookinrichting [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
fornuis	kokare; spis; upphettningsapparat	järnspis; kakelugn; kokspis; ugn
gerecht	rätt; spis	domstol; rätigångshus; rätt; tingshus
kachel	kakelugn; kamin; spis
keukenfornuis	spis
kooktoestel	matlagningsapparat; matlagningsspis; spis
schotel	rätt; spis
stookinrichting	kokare; spis; upphettningsapparat
verwarming	kakelugn; kamin; spis	centralvärme; eldning; upphettning; uppvärming; uppvärmning

spis

noun

kookkunst|nld kooktoestel, een combinatie kookplaat en oven
- fornuis → spis
kooktoestel, een combinatie kookplaat en oven
- kookfornuis → spis
een besloten ruimte die verhit wordt om er voorwerpen in te smelten, te bakken, enz.
- oven → spis

Cross Translation:

From	To	Via
• spis	→ vuur; stoof; fornuis	↔ fire — heater or stove
• spis	→ fornuis	↔ stove — device for heating food
• spis	→ kachel; oven; bakoven	↔ four — (cuisine) ouvrage de maçonnerie voûter en rond, avec une seule ouverture par-devant, et dans lequel on fait cuire, grâce à la chaleur concentrer, le pain, la pâtisserie, etc.
• spis	→ kachel; oven	↔ fourneau — appareil fixe ou portatif, généralement en tôle ou en fonte, servant à la cuisson des aliments, à faire bouillir de l’eau, etc.