Overzicht
Zweeds naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. sprickor:


Zweeds

Uitgebreide vertaling voor sprickor (Zweeds) in het Nederlands

sprickor:

sprickor zelfstandig naamwoord

  1. sprickor
    de klappen; de knallen; de smakken
    • klappen [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.
    • knallen [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.
    • smakken [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.
  2. sprickor (brister)
    de barsten; de krakken
    • barsten [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.
    • krakken [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.
  3. sprickor (klyftor)
    de scheuren; de sprongen; de barsten
    • scheuren [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.
    • sprongen [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.
    • barsten [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.

Vertaal Matrix voor sprickor:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
barsten brister; klyftor; sprickor
klappen sprickor acklamation; applåd; huurarop; käftsmällar; ovation; snytingar
knallen sprickor
krakken brister; sprickor
scheuren klyftor; sprickor
smakken sprickor glufsande; smacka ens läppar; smackning
sprongen klyftor; sprickor hopp; sprong
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
barsten dra dit pepparn växer; dra åt helvete; flyga upp; springa öppen
klappen applådera; berätta; explodera; jubbla; klappa händerna; konversera; pladdra; prata; sladdra; snacka; splittras; sprängas; säga; tala; tala om
knallen bullra; knalla; krascha; panga; smälla
scheuren klösa; riva; riva ut; slita
smakken hiva ner; kasta ner; slänga ner; smacka