Zweeds

Uitgebreide vertaling voor stick (Zweeds) in het Nederlands

stick:

stick werkwoord

  1. stick (försvinna; fara åt helvete; dra)
    opdonderen; opkrassen; inrukken; oplazeren; ophoepelen
    • opdonderen werkwoord (donder op, dondert op, donderde op, donderden op, opgedonderd)
    • opkrassen werkwoord (kras op, krast op, kraste op, krasten op, opgekrast)
    • inrukken werkwoord (ruk in, rukt in, rukte in, rukten in, ingerukt)
    • oplazeren werkwoord (lazer op, lazert op, lazerde op, lazerden op, opgelazerd)
    • ophoepelen werkwoord (hoepel op, hoepelt op, hoepelde op, hoepelden op, opgehoepeld)
  2. stick (försvinna)
    dood kunnen vallen; bekijken

stick [-ett] zelfstandig naamwoord

  1. stick (törn; tagg)
    de doorn; de stekel
    • doorn [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • stekel [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  2. stick
    de steek; pijn in de zij
  3. stick (tryck; grafiskt blad; gravyr; tryckalster; reproduktion)
    de afdruk; de print
    • afdruk [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • print [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  4. stick (gravering; gravyr)
    graveerwerk; graveren; de gravure

Vertaal Matrix voor stick:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
afdruk grafiskt blad; gravyr; reproduktion; stick; tryck; tryckalster
doorn stick; tagg; törn
graveerwerk gravering; gravyr; stick
graveren gravering; gravyr; stick
gravure gravering; gravyr; stick etsning; gravering; kopparplåt
inrukken klippa till
ophoepelen klippa till
pijn in de zij stick
print grafiskt blad; gravyr; reproduktion; stick; tryck; tryckalster
steek stick knivhugg
stekel stick; tagg; törn
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bekijken försvinna; stick besiktiga; betrakta; bevittna; bli medveten om; falla död; inspektera; kontrolera; notera; närvara; observera; se; skåda; titta på; undersöka; uppmärksamma; visitera; åse; åskåda; övervara; överväga
dood kunnen vallen försvinna; stick
graveren etsa; ingravera; rista in
inrukken dra; fara åt helvete; försvinna; stick
opdonderen dra; fara åt helvete; försvinna; stick
ophoepelen dra; fara åt helvete; försvinna; stick
opkrassen dra; fara åt helvete; försvinna; stick försvinna; sticka
oplazeren dra; fara åt helvete; försvinna; stick

Synoniemen voor "stick":


Wiktionary: stick


Cross Translation:
FromToVia
stick beet bite — swelling of one's skin caused by an insect's mouthparts or sting
stick ga weg go away — dismissal
stick vooruit losAufforderung: schnell!, ab!, auf!

Verwante vertalingen van stick